Geschiedenis Schoot

Fanfare St Cecilia in de jaren 1930

Aan het einde van de eerste wereldoorlog werd in Schoot-Tessenderlo een zangvereniging opgericht. Zoals in die tijd voor een katholiek georiënteerde muziekgroep veel voorkwam werd de naam Sint Cecilia gekozen. Men noemde dit een zangfanfare. De meeste parochies uit de omgeving hadden al een fanfare. Men zag ook in Schoot de meerwaarde hiervan bij feesten, waar men dan de fanfare kon laten meestappen in de stoet (of processie). Zo werd in 1922 de zangfanfare uitgebreid met een echte fanfare Sint Cecilia. Dit gebeurde in tegenstelling tot in Klein-Vorst met goedkeuring van de pastoor.

August Huypens werd de eerste voorzitter. Gerepeteerd werd in café “In de klok”. Eugeen Geysen, een zeer goede saxofoonspeler, werd de dirigent. Hij moest beginnen met aan de geïnteresseerden de beginselen van de muziek te leren. Tegelijk werd er nagedacht over de aankoop van instrumenten. Hiervoor werd een succesvolle omhaling gedaan in de parochie. Nu kon men beginnen.

De parochiezaal werd kort daarna gebouwd en de fanfare verhuisde hierheen. Men begon, om geld in de krappe kas te krijgen, met toneelvoorstellingen.

Dirigent Geysen werd koster in Oostham en verhuisde. Zijn opvolger werd Alfons Sels, die ook al dirigent was in Veerle. Ondertussen was het repertoire zo goed gekend bij de muzikanten dat men ook in de naburige dorpen deelnam aan optochten en andere feestelijkheden.

In 1940 brak de oorlog uit en werden de instrumenten verstopt, zodat de Duitsers ze niet konden opeisen voor het koper. In 1946 startte men terug, ditmaal met interim-dirigent Frans Aerts. Niet lang daarna vond men in Achiel Verbeeck, leraar aan de muziekschool van Tessenderlo, een geschikte opvolger. Voorzitter werd eerst Louis en kort daarna Frans Beckers.
In de jaren 1950 werd de fanfare dakloos. Repeteren in de parochiezaal mocht niet meer en achtereenvolgens moest men repeteren in een grote garage, enkele cafés, en uiteindelijk een klaslokaal. Deze problemen zorgden voor grote onrust in de fanfare.

Fanfare St Cecilia in 1966

In 1967 werd de parochiezaal afgebroken. Hierdoor kwamen meerdere verenigingen zonder lokaal. Caféhouders André Huygens en Gusta Gielis zorgden ervoor dat achter hun café een grote houten legerbarak gezet werd. Dit was de redding voor de fanfare. Deze barak “Zaal Sparrenhof” werd nadien ingewijd als parochiezaal.

Het muzikale niveau bleef stijgen, vooral dankzij de oprichting van de gemeentelijke muziekschool. De financiën gingen er sterk op vooruit dankzij de gemeentelijke toelage, maar vooral door het organiseren van allerlei activiteiten, waaronder een Vlaamse kermis.
Stilaan voldeden de oude instrumenten niet meer en ze werden in 1966 vervangen.

Een andere belangrijke gebeurtenis was de viering van de honderdjarige Felix Clerckx. De fanfare ging mee in de folkloristische stoet en ze deden dit voor de eerste keer in hun spiksplinternieuwe uniformen.

Bij hun vijftig jarig bestaan verkreeg de fanfare de titel van “Koninklijke Fanfare Sint Cecilia”.

Benedict Engelen nam het voorzitterschap over en men begon met de vervanging van de houten barak door een gemetselde zaal : Zaal Sparrenhof zoals we ze nu nog kennen. Veel muzikanten offerden hun vakanties en weekends op als metser of metserdiender.

De fanfare bleef een echte parochievereniging. Schoolfeesten, de intocht van Sinterklaas, de viering van Schoterse Betty Vansteenbroek als Europees kampioen en nog veel meer. Altijd was de fanfare bereid een serenade te geven.

Na het overlijden van Benedict Engelen werd hij als voorzitter opgevolgd door zijn zoon Jules die nu nog altijd voorzitter is.

Dirigent Achiel Verbeeck moest wegens ziekte in 1988 stoppen als dirigent. Opvolger werd Vic Vos. Hij werd ook korte tijd dirigent van de in 1990 opgerichte jeugdfanfare. Hier werd hij snel opgevolgd door Hilde Mertens.

Eind jaren 1990 en begin van deze eeuw was Frank Vantroyen (info) dirigent van de fanfare.

Frank werd in 2008 opgevolgd door Tessa Vonck die nu nog altijd onze dirigent is.

Bekijk ook de geschiedenis van de harmonie van Klein-Vorst.